Werken met een beperking
Venray – Door drs. Nicole Mulders – Ondernemers zijn huiverig om mensen met een beperking aan te nemen. Terwijl zij goed kunnen zijn in datgene waarvoor ze solliciteren. Waar komt die angst vandaan? Margriet Crezee, die op de arbeidsmarkt is ondanks haar Brozebottenziekte, probeert een antwoord op die vraag te geven.

Margriet Crezee
De dertigjarige Margriet Crezee heeft Osteogenesis Imperfecta (OI), ofwel Brozebottenziekte. Het is een zeldzame afwijking waarbij het bindweefsel afwijkt. Maar: ze is ook de dertigjarige die onlangs een reis door Zuidoost Azië heeft gemaakt. En ze is vooral ook een ambitieuze dame.
Haar aangeboren aandoening houdt in dat Crezee breekbare botten en kwetsbare gewrichten heeft. Ze heeft tot de middelbare school zestien keer één en ander gebroken, maar “sinds mijn pubertijd zijn mijn botten sterker geworden”. Ze heeft nu vooral moeite met lopen. Fietsen is niet mogelijk; blessures zijn er makkelijk. Maar, mede omdat Crezee sinds haar geboorte OI heeft, is ze er zich niet zo bewust van. “Er zijn altijd wel praktische oplossingen te vinden als iets me niet lukt”. Natuurlijk heeft ze aanpassingen, zoals een speciaal voor haar gemaakte bureaustoel. “Scheelt voor mijn energie.” Soms maakt ze gebruik van een rolstoel en iedere dag moet ze tussendoor rusten, “vooral vanwege mijn rug en nek”. Rechtop zitten is vermoeiend. En afspraken kunnen niet te lang duren. “Maar ik vind het veel belangrijker te praten over wat ik wél kan.” Wat haar werk betreft is ze helder. “Als een werkgever flexibel is, me mijn eigen uren laat indelen, en geen 36 uur vraagt, heeft hij een heel goede aan me.” Ze zorgt ervoor dat de uren die ze maakt, ook maakt. “Zet ik me zes uur in, dan zet ik me die uren ook echt in. Ik wil graag dat ik iedere minuut die ik betaald krijg, waard ben. Ik betwijfel of dat voor iedereen geldt.” Als ze extra of langer pauzeert tussendoor (in overleg natuurlijk), dan doet ze dat zelfs in haar eigen tijd. “Ik heb ook iets te bewijzen.”
Crezee werkte tot voor kort als beleidsmedewerker bij de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en geeft nu alweer maanden trainingen conflicthantering en mediation aan de Hogeschool Utrecht. “Die trainingen zijn heerlijk om te doen. Ik heb eerder workshops gegeven, en dat past erg bij me.” Maar het is zwaarder dan de beleidsfunctie die ze had, omdat daar nog ruimte was om even te rusten. “Ik kon daar tussen de middag even gaan liggen, waarna ik weer lekker fit was. Daar was ook een rustruimte voor. En soms kon ik thuis werken. Als ik les geef, moet ik de volle honderd procent geven. Het kost me veel energie, maar dat is het waard.”
Wat zou haar ideale baan zijn, als ze geen rekening met haar beperking zou hoeven te houden? “Ik kan de wereld niet los van mijn beperking zien. Ik ben ermee geboren, dus ik weet niet anders.” Maar, wat komt dicht tegen het ideale aan? “Ik vertoef nog niet zo gek lang op de arbeidsmarkt, maar zie mezelf wel als iemand die goed is in organiseren en het geven van trainingen. Ook beleidswerk ligt me, want ik vind het prettig ergens dieper in te duiken en over na te denken.”
Hoe moeten ondernemers zich in haar beleving opstellen ten opzichte van een werknemer met een beperking? “Zij moeten zich flexibel opstellen. Want het werken zal iets anders gaan. Maar ik stel me ook flexibel op.” Wat Crezee regelmatig te horen krijgt, is dat bedrijven het idee om iemand met een beperking aan te nemen prima vinden, maar wel iemand willen die veertig uur maakt. “Dat is een tegenstelling van jewelste, als je dat zegt. Ze willen het niet lastig krijgen. Maar een goede ondernemer zou moeten kijken naar iemands kwaliteit en of iemand iets toe kan voegen aan de onderneming. Die persoon zou hij in huis moeten halen. Desnoods wordt er een baan gecreëerd. Sommig talent, arbeidsbeperking of niet, kun je niet laten lopen. Ik maak me trouwens geen zorgen dat ik zonder werk zou komen te zitten.” Het is goed volgens Crezee verder te kijken dan enkel naar een portfolio. “Welke persoon met een beperking die gemiddeld tien uur werkt, heeft een dijk van een cv?” Er is volgens haar een enorm koudwatervrees bij ondernemers. “Die moet verder kijken dan alleen naar het gestotter van iemand die hersenletsel heeft opgelopen, maar toch een academisch denkniveau heeft.” En voor de sollicitant is het advies: “Maak waar wat je belooft”.
Margriet Crezee haalde haar diploma SPH aan Hogeschool Utrecht. Zij werkte onder andere bij de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en was vrijwilliger bij de Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad (CG-Raad), die probeert arbeid van mensen met een beperking of ziekte positiever onder de aandacht te brengen. Margriet Crezee is vier jaar bestuurslid bij Vereniging Ostogenesis Imperfecta, de landelijke patiëntenvereniging.
april 2012, Midden / Noord