‘Van een belegger mag je gezond verstand verwachten’

Dr. Bas de Jong over schadeclaims op de beurs

Venray – Door drs. Nicole Mulders – Een vergoeding halen na geleden beleggingsschade, door misleiding op de beurs? Dat is mogelijk, en soms succesvol. Bas de Jong promoveerde onlangs aan de Nijmeegse universiteit op dit onderwerp. “Mijn fascinatie voor het juridische is sterker dan voor het economische.”

De Jong bezocht de Verenigde Staten enkele keren, en werd er gefascineerd door het Amerikaans recht. Die bezoeken beïnvloedde het onderwerp voor zijn promotieonderzoek. “De Amerikanen zijn juridisch lichtjaren voor op ons. Mede doordat hun kapitalistische markt zoveel groter is dan de onze. Daarnaast leeft de procescultuur van collectieve vergoedingen, en van rechtszaken over vermeende misleiding van het beleggende publiek, enorm.”

Bas de Jong: “Mensen verwachten dat de bomen tot de hemel groeien. Enig kritisch vermogen is wel nodig.”

 

De indruk van De Jong is dat er in Nederland meer schadeclaims dan vroeger worden ingediend. Volgens hem komt dat deels doordat de mogelijkheden voor collectieve afwikkeling zijn verbeterd. “Het is tegenwoordig voor een belangenorganisatie mogelijk om te procederen over misleidingszaken, en om een bereikte schikking door de rechter verbindend te laten verklaren voor alle gedupeerden.” Zo zie je bijvoorbeeld dat een speler als de Vereniging van Effectenbezitters (VEB, red.) tal van acties heeft lopen tegen beursgenoteerde ondernemingen en optimaal gebruik maakt van deze mogelijkheden. “De VEB haalt daarmee ook regelmatig de krant.”

Misleiding?
De vraag blijft wanneer er sprake van misleiding op de beurs. De Hoge Raad – en daarmee De Jong – neemt als maatstaf de ‘maatman’, die staat voor de gemiddelde belegger. De Hoge Raad vindt dat een belegger zich in de organisatie waarin hij wil beleggen, moet verdiepen, maar geen specialist of deskundige hoeft te worden. “Gezond verstand, dat mag je van een gemiddelde belegger verwachten”, meent De Jong. “Niet meer.”
Een belegger wordt beïnvloed door informatie die de beursonderneming geeft, bijvoorbeeld in een brochure of persbericht. Die informatie kan bepalend zijn voor de beleggingsbeslissing. “Maar een onjuiste of onvolledige mededeling is pas misleidend als de mededeling van materieel belang is voor de beleggingsbeslissing van de maatman-belegger”, aldus De Jong. Het economische gedrag van de belegger moet dus kunnen worden beïnvloed, wil er sprake van misleiding zijn. De Jong trekt een parallel naar niet-beursgenoteerde bedrijven die geld aan willen trekken van beleggers. “Dan kun je je ook afvragen of een bedrijfsbrochure de juiste informatie bevat.” De Jong erkent dat beleggen op de beurs soms een enorme hype is. “Mensen verwachten dat de bomen tot de hemel groeien. Kijk maar naar World Online. Enig kritisch vermogen daarbij is wel nodig.”

Computergestuurde handel 
Een grote ontwikkeling volgens hem is de toename van de computergestuurde handel. “Die neemt een grote vlucht. Computers analyseren koersbewegingen en beslissen razendsnel of er aan- en verkopen moeten worden gedaan. Computers reageren extreem snel. En je kunt werken met enorme volumes.” De Jong aarzelt over de wenselijkheid van deze ontwikkeling “Prijzen kunnen enorm snel stijgen, of dalen. Daardoor kunnen er paniekreacties ontstaan. Dat is het gevaar.” Om in de wirwar van beleggingsfraude wat meer samenhang te creëren, heeft De Jong, tijdens zijn promotie, een soort van handleiding geschreven. Daarin is – kortweg door de koersbeweging van het aandeel van de betreffende organisatie te vergelijken met de koersbewegingen van de markt – duidelijk welk deel van een schade te maken heeft met misleiding, en welk deel met de tijdgeest. De Jong: “Handig voor advocaten en beleggers. Weten ze meteen welke schade te verhalen is.”

Bas de Jong promoveerde in juni op het onderzoek ‘Schade door misleiding op de effectenmarkt’ aan de Nijmeegse Radboud Universiteit. De Jong deed eerder de dubbelstudie rechten/bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. “Ik ontdekte daar dat mijn fascinatie voor het juridische sterker was dan voor het economische.”

juli 2010, Midden / Noord